-
1 genoeg
genoeg1〈 bijwoord〉2 [meer dan wenselijk/prettig] enough♦voorbeelden:jammer genoeg • regrettably, unfortunatelyoud en wijs genoeg zijn • be old and wise enoughhij is niet precies genoeg • he is not precise enoughmen kan niet voorzichtig genoeg zijn • one can't be too carefuldat kon niet genoeg benadrukt worden • that could not be stressed/emphasized (often) enoughvreemd genoeg • strangely enough, strange to say————————genoeg2〈 telwoord〉2 [meer dan wenselijk, prettig] enough♦voorbeelden:tijd genoeg hebben • have plenty of timeheb je genoeg gegeten? • have you had enough (to eat)?ik heb genoeg aan een gekookt ei • a boiled egg will do for mehij kan er niet genoeg van krijgen • he cannot get enough of itik weet genoeg • I've heard enoughdat zegt genoeg • that says enoughaan zichzelf genoeg hebben • be self-sufficient; 〈 met betrekking tot problemen〉 have enough problems of one's owngenoeg hierover! • enough said!er is genoeg voor allemaal • there is enough to go rounder is meer dan genoeg • there's enough and to spareer/ergens genoeg van hebben/krijgen • have/get enough of it/somethinger schoon genoeg van hebben/krijgen • have had it up to herezo is het wel genoeg • that will do -
2 kaart
1 [speelkaart] card4 [toegangskaart] ticket5 [ansichtkaart] card♦voorbeelden:de kaarten zijn geschud • 〈 figuurlijk〉 the die is cast, decisions have been made2 〈 figuurlijk〉 dat is doorgestoken kaart • it's been arranged behind our backs, it's rigged; it's a frame up 〈 gearrangeerde beschuldiging〉〈 figuurlijk〉 dat is geen haalbare kaart • it's not a viable proposition, it's not practicable/workable〈 figuurlijk〉 zich in de kaart laten kijken • show one's cards/hand3 de gele/rode kaart krijgen • be shown the yellow/red cardgroene kaart • Bgreen cardmag ik de kaart van u • may I have the menu, please?die plaats staat niet op de kaart • that place isn't on the map -
3 keus
♦voorbeelden:uit vrije keus • of one's own free willaan u de keus • the choice is yoursvrij zijn in de keus van zijn huisarts • be free to choose one's doctoreen keus hebben tussen • have a choice from/betweeneen keus maken uit • choose/select fromiemand voor de keus stellen • give someone the choicede agent had geen (andere) keus • the policeman had no (other) choice/alternative3 heeft u uw keus al bepaald? • have you made your choice?zijn keus laten vallen op • decide upon, chooseer is volop keus • there's a lot to choose fromde vrouw van zijn keus • the woman of his choicehij kan maar geen keus doen/maken • he can't make up his mind4 een grote keus • a large choice/assortment, a wide rangeeen uitgebreide keus bieden • offer a wide selection -
4 ben ik duidelijk genoeg geweest
ben ik duidelijk genoeg geweestVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ben ik duidelijk genoeg geweest
-
5 bijbouwen
♦voorbeelden:1 een paar kamers bijbouwen • build/add on a couple of roomser is flink bijgebouwd aan de school • considerable additions have been made to the school -
6 de kaarten zijn geschud
de kaarten zijn geschud〈 figuurlijk〉 the die is cast, decisions have been madeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kaarten zijn geschud
-
7 er is flink bijgebouwd aan de school
er is flink bijgebouwd aan de schoolVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is flink bijgebouwd aan de school
-
8 er zijn gipsen van die beelden gemaakt
er zijn gipsen van die beelden gemaaktVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er zijn gipsen van die beelden gemaakt
-
9 gips
1 [pleister] plaster (of Paris)2 [afgietsel] plaster cast3 [gipsverband] (plaster) cast♦voorbeelden:zij vervaardigt eerst een model uit gips • she first makes a plaster (of Paris) model -
10 heeft u uw keus al bepaald?
heeft u uw keus al bepaald?have you made your choice?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > heeft u uw keus al bepaald?
-
11 heertje
1 [ironisch] [persoon] fellow2 [fat(je)] dandy♦voorbeelden:1 een driftig/ongemakkelijk heertje • a quick-tempered/troublesome fellow/little man¶ het heertje zijn • 〈 er netjes uitzien〉 look like a real gentleman; 〈 van alle zorg bevrijd〉 have it made; 〈 in zijn nopjes〉 be in fine feather -
12 het heertje zijn
het heertje zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het heertje zijn
-
13 nabestellen
-
14 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
15 maken
3 [scheppen] make, create4 [in een toestand/positie brengen] make5 [uitvoeren, doen plaats hebben] make ⇒ do7 [bedragen] make, be8 [veroorzaken] cause♦voorbeelden:een gebroken schaal maken • mend a broken dishzijn auto laten maken • have one's car repaired/fixedcider wordt van appels gemaakt • cider is made from appleseen tafel die van hout/staal is gemaakt • a table made of wood/steel4 iemand voorzitter maken • make/appoint someone chairmaniemand dood/blind maken • kill/blind someonemaak het kort • make/keep it shortiemand wanhopig maken • drive someone to despairzoiets maakt me woest! • this kind of thing really drives me up the wallhet is maar wat je ervan maakt • it all depends on what you do with/make of iter het beste van maken • make the most of ithij maakt er niet veel van • he is not doing too well, he is making a bit of a mess of ithij maakt er nog niet veel van • he is not very good at it yetervan maken wat ervan te maken valt • make the best of a bad jobhij zal het niet lang meer maken • he is not long for this worldergens een werkplaats van maken • turn something into a workshopje hebt daar niets te maken • you have no business therehij kan mij niets maken • he's got nothing on meje hebt het ernaar gemaakt • you've asked for it6 veel geld maken • make/earn a lot of money8 slachtoffers maken • lead to fatalities/casualtieshet slechte weer maakte dat ze de trein miste • the bad weather caused her to miss the trainje hebt er niets mee te maken • it is none of your businessdat heeft er niets mee te maken • that's got nothing to do with itdan krijg je met mij te maken • in that case you'll have to deal with meze wil niets meer met hem te maken hebben • she doesn't want anything more to do with himmoeder en kind maken het goed • mother and baby are doing wellhij maakt het slecht • he is not (doing too) wellik weet het goed gemaakt • I'll tell you what, I'll make you an offerhoe maakt u het? • how do you do?hoe maakt je broer het? • how is your brother?van een vijf een zes maken • change/turn a five into a sixmaak dat je wegkomt! • get out of here! -
16 oog
1 [gezichtsorgaan, ook figuurlijk] eye4 [opening] eye5 [met betrekking tot kledingstukken] eye(let)7 [plantkunde] eye♦voorbeelden:een blauw oog • a black eyegoede ogen hebben • have good eyes/eyesighteen lui oog • a lazy/wandering eyezijn ogen bederven • ruin one's eyesgeen oog dichtdoen • not sleep a winkzijn ogen geloven/vertrouwen • believe/trust one's eyeshij had alleen oog voor haar • he only had eyes for herheb jij geen ogen? • haven't you got eyes in your head?ogen hebben van voren en van achteren • have eyes in the back of one's head〈 figuurlijk〉 dat heeft mij de ogen geopend • that opened my eyes/was an eye-opener for mezij maakte haar ogen op • she made up her eyesde ogen sluiten voor iets • close one's eyes to somethingzijn ogen uitkijken (aan iets) • stare one's eyes out (on something)iemand de ogen uitsteken • make someone jealous/green with envyzich de ogen uitwrijven • rub one's eyesaan één oog blind • blind in one eyeiemand iets onder vier ogen zeggen • say something to someone in privateik kan niet meer uit mijn ogen zien (van vermoeidheid) • I can't keep my eyes open (any more)〈 figuurlijk〉 kun je niet uit je ogen kijken? • can't you look where you're going?voor iemands ogen • in front of someone's (very) eyeszijn ogen de kost geven • take it all inzijn ogen zijn groter dan zijn maag • his eyes are bigger than his stomachzijn ogen in zijn zak hebben • not use one's eyes〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • an eye for an eye, a tooth for a toothmet een scheef oog kijken naar • look askance atzij kon haar ogen niet van hem afhouden • she couldn't take/keep her eyes off himzijn ogen laten gaan over • run one's eye overmet de ogen verslinden • devour with one's eyeseen gevaar onder ogen zien • recognise a dangeronder het waakzame oog van • under the watchful eye of(zo) op het oog • on the face of itiets/iemand op het oog hebben • 〈 figuurlijk, denken aan〉 have something/someone in mind, have one's eye on something/someone〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • keep/bear something in mindzijn oog viel op haar • his eye fell on her3 aan het oog onttrokken • hidden/concealed from view/sightzo ver het oog reikt • as far as the eye can seein het oog lopen/springen • catch the eyein het oog lopend • conspicuous, noticeablein het oog krijgen • catch sight ofuit mijn ogen! • get out of my sight!uit het oog raken • disappear from sightiets uit het oog verliezen • lose sight of something〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • out of sight, out of mindin hun ogen betekent hij niet veel • he doesn't amount to much in their eyesoog in oog staan met • come face to face within mijn ogen • in my opinion/view -
17 informeren
1 [inlichtingen inwinnen] in-/enquire ⇒ ask♦voorbeelden:informeren hoe iemand het maakt • ask how someone is doinginformeren bij iemand • ask someonenaar iemands gezondheid informeren • ask/inquire after someone's healthnaar de prijs/de aanvangstijden informeren • in-/enquire about the price/opening timesinformeer eens waar je wezen moet • find out where you have to beII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [inlichten] inform♦voorbeelden:verkeerd informeren • misinform -
18 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
19 beethebben
1 [vast hebben] have (got) (a) hold of♦voorbeelden:2 hij heeft haar beetgehad • he made a fool of her, he pulled her leg1 [visserij] have a bite -
20 er
1 her♦voorbeelden:————————er21 of them♦voorbeelden:1 ik heb er nog/nóg twee • I have got two left/moreik heb er geen (meer) • I haven't got any (left)hij kocht er acht • he bought eight (of them)er zijn er die … • there are those who …————————er3〈 bijwoord〉1 [daar] there3 [+ bijwoord] 〈zie voorbeelden 3 en 5.3〉♦voorbeelden:1 ik zal er even aanlopen • I'll just call in/look in/drop indat boek is er niet • that book isn't therewie waren er? • who was/were there?we zijn er • 〈 op de bestemde plaats〉 here we are, we've arrived; 〈 succes hebben〉 we have made/done itheeft er iemand gebeld? • did anybody call?wat is er? • what is it?, what's the matter?is er iets? • is anything wrong/the matter?er is besloten, dat … • it has been decided that …er is geen ontsnappen aan • there's no way of escapinger is/zijn … • there is/are …er was niemand te vinden • nobody could be founder wordt hier een museum gebouwd • there's a museum being built hereer wordt gezegd dat … • it is said that …er was eens een koning • once upon a time there was a king3 het er goed/slecht afbrengen • make a good/bad job of iter slecht/goed afkomen • get off badly/wellik zit er niet mee • it doesn't worry me
См. также в других словарях:
have it made — {v. phr.}, {slang} To be sure of success; have everything you need. * /With her fine grades Alice has it made and can enter any college in the country./ * /The other seniors think Joe has it made because his father owns a big factory./ … Dictionary of American idioms
have it made — {v. phr.}, {slang} To be sure of success; have everything you need. * /With her fine grades Alice has it made and can enter any college in the country./ * /The other seniors think Joe has it made because his father owns a big factory./ … Dictionary of American idioms
have it made — (informal) To have one s prosperity assured ● made * * * have (got) it made informal be in a position where success is certain because your dad s a manager, he s got it made * * * have it made informal : to be in a very … Useful english dictionary
have it made — tv. to have succeeded; to be set for life. (Have got can replace have.) □ I have a good job and a nice little family. I have it made. □ He’s really got it made … Dictionary of American slang and colloquial expressions
have it made — verb To have accomplished all there is to do; to have no further work or difficulty; to have achieved a lifestyle characterized by good fortune and comfort. Its a great idea, and if it catches on and sells well, well have it made … Wiktionary
have it made in the shade — US informal : to have a very easy life or to be in a very good situation She had to work hard for many years to achieve success, but now she has it made in the shade. • • • Main Entry: ↑shade … Useful english dictionary
have it made — have achieved success, have everything you want Viv has a new home, two cars and a career. She has it made … English idioms
have it made — ► have (got) it made informal be in a position where success is certain. Main Entry: ↑make … English terms dictionary
have\ it\ made — v. phr. slang To be sure of success; have everything you need. With her fine grades Alice has it made and can enter any college in the country. The other seniors think Joe has it made because his father owns a big factory … Словарь американских идиом
have it made — be successful, have everything He really has it made with his new job … Idioms and examples
have it made in the shade — tv. to have succeeded; to be set for life. (Have got can replace have.) □ Wow, is he lucky! He has it made in the shade. □ Who’s got it made in the shade? … Dictionary of American slang and colloquial expressions